Het hof komt tot zijn oordeel door een afweging van de feitelijke omstandigheden, zoals die zich voor de schoonmakers, de huishoudens en Helpling voordoen. De meeste omstandigheden wijzen op een tussen Helpling en de schoonmaker aanwezige contractuele relatie: het huishouden moet betalen via een door Helpling bepaald betaalplatform, bij ziekte van de schoonmaker kan het huishouden een andere schoonmaker krijgen en het huishouden kan via Helpling van schoonmaker wisselen. Er zijn ook omstandigheden die zouden passen bij een contract tussen het huishouden en de schoonmaker, zoals het door het huishouden selecteren van de schoonmaker, maar die omstandigheden wegen voor het hof minder zwaar.