De verdachten hadden het voornemen om B.A. (veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf) uit de P.I. Roermond te bevrijden met behulp van een gekaapte helikopter, die zou worden bestuurd door een daarvoor speciaal uit Colombia overgekomen helikopterpiloot. Zover is het niet gekomen door vroegtijdig ingrijpen van de politie. De rechtbank oordeelde dat door dit vroegtijdig ingrijpen nog geen sprake was van zogenoemde uitvoeringshandelingen voor de bevrijding, hetgeen vrijspraak van de poging tot bevrijding van de gevangene tot gevolg had.
Het gerechtshof heeft echter anders beslist en mede daarom veel zwaardere straffen opgelegd. Het gerechtshof acht daarvoor met name van belang dat de verdachten een langere periode bezig zijn geweest de daadwerkelijke bevrijding van A. te bewerkstelligen. Daartoe hebben zij onder meer een woning gehuurd, een hijsconstructie gemaakt om A. van de luchtplaats te takelen, een helikopterpiloot uit Colombia laten overkomen, een helikopter gehuurd, gestolen vluchtauto’s georganiseerd en telefonisch contact onderhouden met A. rond het tijdstip van de geplande bevrijding.