De rechtbank in Alkmaar (tegenwoordig rechtbank Noord-Holland) was tot haar oordeel gekomen omdat na het uitluisteren van de telefoontaps bleek dat in de schriftelijke uitwerking hiervan gesprekken verkeerd waren genummerd, de rol tussen de beller en de gebelde was omgewisseld, het in de titel aangeduide onderwerp van het gesprek niet altijd overeenkwam met de inhoud en sommige gesprekken niet te beluisteren waren zonder speciale technieken. De rechtbank vond deze fouten zodanig ernstig dat het OM moest stoppen met de vervolging van deze verdachte.

Nadat het OM in hoger beroep was gegaan, is de politie een intern onderzoek gestart naar de gang van zaken rondom de telefoontaps. Een nieuw rechercheteam heeft de gesprekken opnieuw beluisterd en de eerdere verslagen waar nodig aangepast. Daarnaast zijn de bij het eerste onderzoek betrokken politieagenten gehoord. Daaruit is gebleken dat een aantal geconstateerde onjuistheden voortkwamen uit problemen met de tapapparatuur. Die zijn inmiddels verholpen.

In Nederland kan een strafzaak tegen een verdachte slechts vanwege vormfouten worden stopgezet als in het onderzoek opzettelijk of door ernstige nalatigheden fouten zijn gemaakt, waardoor de verdachte geen eerlijke behandeling van zijn strafzaak meer kan krijgen.
Het hof betreurt dat de eerdere tapgesprekken slordig en onzorgvuldig zijn uitgewerkt, omdat de maatschappij moet kunnen vertrouwen op de juistheid van politieverslagen. Het hof heeft op grond van het interne politieonderzoek geconstateerd dat de gemaakte fouten niet opzettelijk zijn begaan. Nu van deze gesprekken opnieuw verslagen zijn gemaakt, zijn de fouten hersteld of nog te herstellen. De rechter en de verdachte kunnen vervolgens met deze nieuwe verslagen en door de gesprekken zelf te beluisteren controleren wat er precies is gezegd.