Het hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte schuldig is aan het feitelijk leiding geven aan het opzettelijk indienen van een fors aantal onjuiste aangiften omzetbelasting. Het hof weegt de ernst van de zaak anders dan het OM en de rechtbank en legt geen gevangenisstraf, maar een taakstraf op. De reden daarvoor is dat uit het dossier op geen enkele wijze blijkt dat het de verdachte erom te doen was de door hem in rekening gebrachte omzetbelasting uiteindelijk niet aan de fiscus te betalen. Omdat hier, anders dan in veel andere fraudezaken, het oogmerk van uiteindelijke belastingontduiking niet aan de orde was, past een andere straf dan een gevangenisstraf. Het hof heeft bij de strafoplegging ook de ingrijpende gevolgen van de strafzaak voor het zakelijke- en privéleven van de verdachte betrokken.