Laden...

Gevangenisstraf vanwege onttrekking van minderjarige dochter aan gezag van moeder

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Arnhem-Leeuwarden > Nieuws > Gevangenisstraf vanwege onttrekking van minderjarige dochter aan gezag van moeder
Arnhem, 30 maart 2015

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 30 maart 2015 uitspraak gedaan in de zaak van de thans 61-jarige verdachte die ervan wordt beschuldigd dat hij op 27 mei 2009 te Ede zijn toen 7 jaar oude  dochter aan het gezag van de moeder heeft onttrokken. Verdachte heeft zijn dochter vanaf het schoolplein meegenomen en via omwegen naar de Verenigde Staten, waar hij woonachtig is, gebracht. Na vele procedures in zowel Nederland als de Verenigde Staten is het meisje op 27 september 2010 weer bij de moeder ondergebracht.

Bij de rechtbank

De rechtbank te Arnhem had verdachte bij vonnis van 10 juli 2012 (ECLI:NL:RBARN:2012:BX0880) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Verder had de rechtbank de vorderingen tot vergoeding van schade van zowel de moeder van het meisje als van het meisje zelf grotendeels toegewezen.

Het hoger beroep

Het hof komt net als de rechtbank tot veroordeling van verdachte. Van de door de raadsman aangevoerde noodtoestand in de zin van een conflict van rechtsplichten was, aldus het hof, geen sprake. Niets, ook niet de uitspraken van gerechtelijke autoriteiten in de Verenigde Staten, stond er voor verdachte aan in de weg om het meisje terug te (doen) geleiden naar haar moeder.
 
Met de rechtbank acht het hof acht verdachte ook strafbaar. Verdachte wist dat wat hij deed niet toegelaten was en dat het vonnis van de Amerikaanse rechter waarbij het gezag over het meisje aan hem was toegewezen, niet voor deze wijze van tenuitvoerlegging, in feite het kind zonder enige bemoeienis van de autoriteiten in Nederland op eigen houtje wegvoeren en meenemen, vatbaar was.
 
Het hof komt, net als de rechtbank, tot de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarbij heeft het hof onder meer rekening gehouden met de ernstige gevolgen van het feit voor zowel de moeder als het meisje. Het hof wijst verder de vorderingen tot schadevergoeding van zowel de moeder als het meisje grotendeels toe.

Uitspraken