De zoon van verdachte en het slachtoffer heeft tijdens de zitting op een indringende manier gesproken over het immense en onherstelbare leed dat hem, zijn zusje, nichtje en andere familieleden is aangedaan. Hij heeft verwoord hoe groot het gemis van zijn vader is en hoe het hem verscheurt dat juist zijn moeder zijn vader heeft gedood en hem daarmee een verdere toekomst samen met zijn vader ontnomen heeft.
Het hof legt een iets lagere gevangenisstraf op aan verdachte dan is geëist door het openbaar ministerie. Het hof houdt rekening met de inwerkingtreding van de ‘Wet straffen en beschermen’ met ingang van 1 juli 2021 waarmee onder meer de regeling van de voorwaardelijke invrijheidsstelling is gewijzigd én met een overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep.
Op vordering van het openbaar ministerie beveelt het hof de onmiddellijke gevangenneming van verdachte.