Het hof vindt dat er geen goed evenwicht is tussen het belang van de man om te erven en het belang van de broer op bescherming van zijn familieleven als geen rekening wordt gehouden met de bijzondere omstandigheden in deze zaak. De man heeft de vrouw op gruwelijke wijze om het leven heeft gebracht. Hij heeft zich jarenlang op agressieve, grensoverschrijdende en angstwekkende wijze gedragen tegen de vrouw, de broer en de familie van de vrouw. Hij heeft haar geïsoleerd van haar familie en vrienden.
Ook heeft hij zich op zeer agressieve wijze bemoeid met de afwikkeling van de nalatenschap van de ouders van de vrouw en de broer. Het hof vindt dat in deze zaak de wet gelet op artikel 8 EVRM zo moet worden uitgelegd dat het niet per se nodig is dat de man strafrechtelijk is veroordeeld om onwaardig te zijn. De eis dat daarvoor een strafrechtelijke veroordeling nodig is blijft in deze zaak buiten toepassing.