Het hof wijst de verzoeken van de moeder in hoger beroep af en bekrachtigt (op andere gronden) de beschikking van de kinderrechter: het ouderlijk gezag blijft geschorst. De ouders zijn ondanks de vele hulptrajecten die de afgelopen jaren zijn ingezet niet in staat gebleken om gezamenlijk en in het belang van het meisje uitvoering te geven aan het ouderlijk gezag. Het meisje wordt ernstig in haar ontwikkeling bedreigd. De ouders zijn niet in staat de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding binnen afzienbare termijn te dragen. Het hof vindt dat de schorsing van het gezag noodzakelijk is om een acute en ernstige bedreiging voor het meisje weg te nemen. Het hof heeft de mening van het meisje meegewogen bij de beoordeling en vindt het benoemen van een bijzondere curator of andere deskundige niet nodig.
Er bestaat nu geen enkel zicht op verbetering van de oudercommunicatie binnen een voor het meisje en haar levensbedreigende situatie aanvaardbare termijn. Het is de hoogste tijd dat er duidelijkheid en rust ontstaat voor haar. Het is van groot belang dat zij haar energie kan gaan richten op verbetering van haar geestelijke en lichamelijke toestand maar ook haar eigen ontwikkeltaken en niet meer wordt belast met de uiteenlopende meningen van haar ouders waardoor haar loyaliteit ernstig op de proef wordt gesteld.