Het hof heeft daarbij gelet op het algemeen uitgangspunt van het Europees hof voor de rechten van de mens dat een verdachte in principe in vrijheid zijn proces mag afwachten.
Daarnaast heeft het hof gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachten en het feit dat in hoger beroep nog beslist moet worden of het volwassenen- of het jeugdstrafrecht van toepassing moet zijn. Ook heeft het hof meegewogen dat de inhoudelijke behandeling van de zaak niet voor het einde van het jaar zal plaatsvinden.
Het hof verbindt aan de schorsing van het voorarrest voorwaarden zoals toezicht van de reclassering en een contactverbod met de slachtoffers.