Laden...

De rechter sprak niet te vroeg

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Den Haag > Nieuws > De rechter sprak niet te vroeg
Den Haag, 02 december 2023
In de zaterdagkrant van de Volkskrant van 25 november 2023 verscheen het artikel “Het recht sprak te vroeg”. Daarin beschrijft journalist Wil Thijssen de behandeling door het gerechtshof Den Haag van de zaak van een appellant tegen Dutchweek. In die zaak heeft Dutchweek camerabeelden van een geweldsincident ingebracht, waarbij appellant als beveiliger was betrokken. In het artikel “Het recht sprak te vroeg” wordt de rechters van het hof verweten dat zij hun beslissing al klaar hadden vóór de zitting en dat zij “cruciale beelden tijdens het schrijven van het arrest” niet hebben bekeken. Verder bevat het artikel vele citaten van appellant, waarmee wordt gesuggereerd dat er sprake zou zijn geweest van “een theaterstukje” van het hof, opgevoerd door liegende rechters die het niet zo nauw nemen met de regels en elkaar allemaal de hand boven het hoofd houden. 

Is het werkelijk zo slecht gesteld met de rechtspraak? Wij menen van niet en lichten dat graag toe.

Beide partijen hebben in de civiele zaak hun schriftelijke standpunten bij het hof ingediend. Omdat zij niet om een zitting hadden gevraagd, heeft het hof een datum voor de uitspraak bepaald en aan partijen doorgegeven. In een heel laat stadium - ongeveer één week voor de beoogde uitspraakdatum en nadat de rechters al een concept uitspraak hadden geschreven - heeft appellant toch om een zitting gevraagd. Die zitting heeft ook plaatsgevonden. Dat er toen een concept uitspraak lag is niet onlogisch; er was tenslotte eerder al een uitspraakdatum bepaald. Het betekent ook niet dat de rechters op de zitting “een theaterstukje” hebben opgevoerd. Appellant heeft uitgebreid de gelegenheid gekregen om zijn visie op de zaak te geven. De rechters hebben de camerabeelden van het geweldsincident op de zitting bekeken en appellant heeft die mogen toelichten. Na de zitting hebben de rechters de zaak beoordeeld, en daarbij is uiteraard de toelichting van beide partijen op de zitting meegewogen. Dat blijkt ook uit de uitspraak die het hof heeft gedaan. Daarin is uitdrukkelijk aandacht besteed aan de toelichting van appellant op de zitting. De in het artikel opgeworpen vraag “Hoe objectief is dan hun oordeel, dat blijkbaar al klaarligt, als die rechters de cruciale beelden tijdens het schrijven van hun arrest niet hebben bekeken?” is daarom onterecht. Bovendien is niet juist dat de rechters de beelden tijdens het schrijven van het concept arrest niet hadden bekeken. Zij hadden die wel bekeken. Dat de griffier op de zitting niet over de beelden beschikte, zoals in het artikel is beschreven, betekent niet dat die beelden niet in het dossier van de rechters zaten. 

Ook onjuist is de conclusie van de Volkskrant dat appellant op de zitting van de wrakingskamer geen kans heeft gehad om een door hem (in het geheim en tegen de regels in) gemaakte bandopname van de eerdere zitting in te brengen. Appellant heeft ook bij de wrakingskamer uitgebreid de gelegenheid gekregen zijn standpunt toe te lichten maar heeft toen niets gezegd over een bandopname. Wel heeft hij aan het eind van de zitting een opmerking gemaakt waaruit zou kunnen worden afgeleid dat hij een bandopname had. Dat was niet alleen te laat (de fase van hoor-wederhoor was voorbij), ook hield die opmerking geen verzoek in om een bandopname te mogen afspelen. De wrakingsverzoeken zijn afgewezen. In de civiele zaak is appellant in het ongelijk gesteld.

De uitspraken van het hof zijn gepubliceerd en via onderstaande ECLI nummers te vinden.


Herman van Harten en Mathilde Voorwinden,
raadsheren en teamvoorzitters civiel (handel) gerechtshof Den Haag

Hugo van Kooten,
raadsheer en algemeen voorzitter van de wrakingskamer gerechtshof Den Haag

Marieke Koek,
president gerechtshof Den Haag




Uitspraken