Laden...

Nederlandse rechter bevoegd in proces tegen Shell over olielekkages Nigeria

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Den Haag > Nieuws > Nederlandse rechter bevoegd in proces tegen Shell over olielekkages Nigeria
Den Haag, 18 december 2015

Shell kan in Nederland voor de rechter gedaagd worden voor de gevolgen van olielekkages in Nigeria. Dat heeft het gerechtshof Den Haag op 18 december 2015 beslist. Ook moet Shell inzage verstrekken in stukken die mogelijk meer duidelijkheid kunnen verschaffen over de oorzaak van de lekkages en over de bekendheid daarmee van de topholding van het concern.

Gerechtshof Den Haag

4 Nigeriaanse boeren vorderen van Shell vergoeding van schade die zij zeggen te hebben geleden door olielekkages uit 2 ondergrondse pijpleidingen en een olieboorput in Nigeria in de periode 2004-2007. Ook eisen zij dat Shell de verontreiniging beter opruimt en maatregelen treft om herhaling te voorkomen. Naast de boeren treedt Milieudefensie op als eisende partij.

Shell wijst aansprakelijkheid van de hand. Volgens Shell zijn de lekkages veroorzaakt door sabotage en bestaat er in dat geval naar Nigeriaans recht geen aansprakelijkheid. Bovendien is de verontreiniging naar de mening van Shell afdoende opgeruimd.

Bevoegdheid Nederlandse rechter

Zowel de Nederlandse moedervennootschap van het Shell-concern als de Nigeriaanse werkmaatschappij zijn gedaagd. De procedures zijn in Nederland aanhangig gemaakt, omdat de moedervennootschap in Den Haag kantoor houdt. Shell vindt dat een onvoldoende basis voor bevoegdheid van de Nederlandse rechter. Het standpunt van Shell is dat de vorderingen tegen de Nederlandse moedervennootschap evident kansloos zijn en dat het proces tegen de Nigeriaanse werkmaatschappij daarom in Nigeria moet worden gevoerd, waar de lekkages plaatsvonden en de beweerdelijke schade is ontstaan. Het Hof volgt Shell hierin niet. Het staat niet al op voorhand vast dat de moedervennootschap niet aansprakelijk is voor eventuele nalatigheden van de Nigeriaanse werkmaatschappij. Het is doelmatig om dit proces tegen de moedervennootschap te combineren met dat tegen de Nigeriaanse dochtervennootschap. Er is daarvoor voldoende samenhang.

Inzage in documenten

Anders dan de rechtbank vindt het Hof het nog te vroeg om er van uit te gaan dat de lekkages zijn veroorzaakt door sabotage. Met het oog op het verdere debat over die schadeoorzaak en de bekendheid daarmee van de topholding van het concern moet Shell inzage in bepaalde stukken verlenen. Omdat de stukken mogelijk bedrijfsvertrouwelijke informatie bevatten, worden voorwaarden gesteld aan deze inzage. De stukken dienen op kosten van Milieudefensie en de Nigeriaanse boeren bij een notariskantoor ter inzage te worden gelegd en vooralsnog mogen alleen de advocaten van partijen en de behandelend rechters er kennis van nemen.

De vraag of Shell inderdaad aansprakelijk is voor de onderhavige olielekkages is in hoger beroep nog onbeantwoord. Daarover zullen partijen nu verder procederen.

Uitspraken