Bij het bepalen van de straf heeft het hof rekening gehouden met wat aan het schietincident voorafging. Het slachtoffer maakte de man meerdere geldbedragen afhandig en gebruikte daarbij ook een wapen. Hij deinsde er ook niet voor terug om de moeder van de man te bedreigen.
De man heeft echter geen aangifte gedaan van de bedreigingen, maar ervoor gekozen om een vuurwapen te kopen. Gedragsdeskundigen concluderen dat er geen sprake is van een stoornis aan de geestesvermogens van de man, maar wel van een ‘onrijpe persoonlijkheid’. Daarnaast gebruikte hij drugs. De dood van het slachtoffer heeft bij de man ook diepe sporen achtergelaten.