Sinds 1 januari 2022 is een nieuw wetsartikel van kracht: artikel 138aa van het Wetboek van Strafrecht. Dit wetsartikel stelt het wederrechtelijk verblijf op een in een haven, luchthaven of spoorwegemplacement gelegen besloten plaats voor distributie, opslag of overslag van goederen strafbaar. De inzet van deze nieuwe strafbepaling is om de problematiek van binnendringers terug te brengen.
Havens en luchthavens hebben namelijk een grote aantrekkingskracht op de georganiseerde criminaliteit, omdat ze de toegangspoort vormen tot het douanegebied van de Europese Unie en het grondgebied van Nederland. Uithalers zijn personen die bijvoorbeeld verdovende middelen ‘uithalen’, die zijn verstopt in containers in de haven. Deze containers bevinden zich op besloten terrein in de haven om te worden in- of uitgeladen. Het komt ook voor dat personen havens en luchthavens binnendringen, juist om goederen (cocaïne, XTC) of personen (immigranten) op het terrein te brengen met het oog op de illegale uitvoer.