In mei 2016 zag een getuige een pakket drijven in de Zuid-Willemsvaart bij Helmond. Het bleek om het ingepakte lichaam van een 67-jarige man te gaan. De zoon van de man kwam in beeld als verdachte, maar blijft ontkennen dat hij iets met de moord op de man en het wegmaken van het lichaam te maken heeft. Toch veroordeelde de rechtbank hem onder andere op basis van zoekopdrachten in zijn mobiele telefoon.

De verdediging van de verdachte heeft tijdens een eerdere zitting om meer onderzoek gevraagd. Volgens de verdachte is zijn telefoon namelijk gehackt vanuit het buitenland en zijn de aangetroffen zoekopdrachten door de hacker ingevoerd. Het hof vindt na beraadslaging dat het onderzoek niet volledig is geweest en dat een deskundige moet onderzoeken of er aanwijzingen zijn dat er door derden met de telefoon van de verdachte is geknoeid.

Daarnaast moet er ook meer onderzoek worden gedaan naar de aangetroffen bestanden op de laptop van het slachtoffer. De verdachte heeft in hoger beroep als alternatief scenario geschetst dat zijn vader zou zijn vertrokken met een internet-date. Op de laptop van het slachtoffer staat een chatsessie. Er bestaan echter verschillen tussen die bestanden en de originele conversatie, die is opgevraagd bij de datingsite. Het hof verwijst de zaak naar de raadsheer-commissaris om beide scenario’s nader te onderzoeken.