Laden...

Gemeente heeft onrechtmatig gehandeld door woonwagenbewoner geen uitzicht op standplaats te geven

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof s-Hertogenbosch > Nieuws > Gemeente heeft onrechtmatig gehandeld door woonwagenbewoner geen uitzicht op standplaats te geven
's-Hertogenbosch, 11 juni 2024

Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft de gemeente Land van Cuijk in het ongelijk gesteld in een zaak die een woonwagenbewoner had aangespannen. Volgens het gerechtshof heeft de woonwagenbewoner recht op uitzicht op een standplaats, omdat hij heeft aangetoond dat zijn familie vroeger van generatie op generatie in een woonwagen heeft gewoond. 

Aanleiding van het hoger beroep

Volgens de bewoner heeft de gemeente Land van Cuijk ervoor gezorgd dat hij tussen 1997 en 2019 geen reëel zicht had op een woonwagenstandplaats. De bewoner stelt dat hij behoort tot de bevolkingsgroep van woonwagenbewoners en daarom zou hij recht hebben op een standplaats. De rechtbank gaf de man daarin gelijk. De gemeente dacht daar anders over en ging in hoger beroep. In een tussenbeslissing heeft het hof vorig jaar de man daarom in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat zijn grootvader vrijwel onafgebroken in een woonwagen woonde tot het moment dat deze werd afgepakt. 

Woonwagenbewoners

Het hof oordeelt nu dat de woonwagenbewoner inderdaad heeft bewezen dat zijn familie vroeger van generatie op generatie in een woonwagen heeft gewoond. De gemeente heeft onrechtmatig gehandeld door hem lange tijd geen reëel zicht op een standplaats te geven. De gemeente wilde gedurende langere tijd alle standplaatsen voor woonwagenbewoners afschaffen en hield ook geen wachtlijst bij van mensen die een standplaats wilden, terwijl de gemeente wel die verplichting heeft. 

Geen schadevergoeding

De woonwagenbewoner heeft het hof ook om een schadevergoeding gevraagd, wegens de geleden schade door de handelwijze van de gemeente. Het hof wijst deze vordering tot schadevergoeding echter af. De woonwagenbewoner heeft volgens het hof onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij schade heeft geleden door de handelwijze van de gemeente, onder meer omdat is gebleken dat de man daadwerkelijk als reiziger heeft geleefd en al langere tijd in een woonwagen een kamer huurde. 

Uitspraken