Het hof vindt een lager aantal oplichtingen bewezen, maar legt toch tot een hogere celstraf op. Het hof vindt het handelen van de man zo ernstig, dat niet kan worden volstaan met een lagere straf.
In strafverzwarende zin weegt het hof mee dat de man kwetsbare personen misbruikte voor zijn oplichtingspraktijken. Een van die personen was nota bene zijn eigen zoon. De verdachte heeft zo ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen dat een kind in zijn ouder mag stellen.
De man is al vaker tot een celstraf veroordeeld voor oplichting. Blijkbaar heeft dat er niet voor gezorgd dat hij heeft ingezien hoe verderfelijk zijn handelen is. Ook heeft het hem er niet van weerhouden opnieuw mensen op te lichten. Het hof rekent hem dat zwaar aan.
Al met al vindt het hof een gevangenisstraf van 6 jaar en 6 maanden op zijn plaats. Maar omdat het hoger beroep te lang heeft geduurd en die vertraging niet geheel voor rekening komt van verdachte (in hoger beroep zijn op verzoek van de verdediging nog getuigen gehoord), worden 6 maanden van de gevangenisstraf afgetrokken.