Thijs H. verkeerde naar eigen zeggen in een psychose toen hij de moorden pleegde; hij zou de opdracht daartoe van het ‘systeem’ hebben gekregen. In totaal zijn er drie rapportages opgesteld over zijn geestelijke gezondheid. In twee ervan adviseren deskundigen om Thijs H. volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren. In het derde rapport dat in opdracht van het hof is opgemaakt geven de deskundigen geen advies over de toerekeningsvatbaarheid omdat zij onvoldoende zicht hebben gekregen op de belevingswereld van de verdachte.
Het hof concludeert op basis van de rapporten dat de gedragingen van Thijs H. tot op zekere hoogte werden bepaald door een stoornis, maar volgt niet het advies om hem volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Hij wordt daarom verminderd toerekeningsvatbaar verklaard.