De verdediging vond dat er bij de verdachte geen sprake was van zogenoemd ‘boos opzet’. Hij was namelijk zojuist met een mes in zijn borst gestoken, verkeerde in doodsangst en wilde slechts snel naar het ziekenhuis. Hij heeft toen te hard gereden en zou daarbij het slachtoffer over het hoofd hebben gezien. Het hof ziet dit anders. Hoewel niet vaststaat dat de man het fietspad is opgereden met de intentie het slachtoffer aan te rijden, heeft hij die bedoeling wel degelijk gehad, in ieder geval vanaf het moment dat hij hem op het fietspad zag rijden. De verklaring van de bijrijder in de auto en de verklaringen die de man zelf kort na de aanrijding hebben afgelegd, wijzen namelijk op het moedwillig inrijden op het slachtoffer. Ook heeft de man niet afgeremd en is hij met aanzienlijke snelheid in een rechte lijn op het fietspad blijven rijden. Daarom vindt het hof dat hij wel met ‘boos opzet’ heeft geprobeerd het slachtoffer van het leven te beroven.