Op zaterdag 1 maart 2014 vindt er een schermutseling plaats tussen verdachte en het latere slachtoffer. De verdachte slaat op de vlucht en wordt door het slachtoffer achtervolgd. Tijdens zijn vlucht pakt de verdachte een mes uit zijn zak en rent het entreehalletje van een café binnen. In het halletje draait hij zich om en ziet het latere slachtoffer achter zich staan. Hij steekt de jongen met zijn mes. Later die nacht is de jongen in het ziekenhuis aan zijn verwondingen overleden.

Volgens het hof is er geen sprake van voorbedachte raad. De man voelde zich al enige tijd onveilig en had om die reden altijd een mes bij zich. Uit het enkel dragen van een mes kan volgens het hof niet worden afgeleid dat de verdachte het slachtoffer met voorbedachte raad heeft gedood. Wel heeft de man door de jongen van dichtbij in het bovenlichaam te steken willens en wetens de kans aanvaard dat het slachtoffer zou komen te overlijden en daarom vindt het hof doodslag wel bewezen.

Ook van noodweer, zoals de verdediging betoogde, is geen sprake, aldus het hof. De verdachte had namelijk, toen hij het slachtoffer achter zich zag staan in het halletje van het café, ook door kunnen lopen, verder het café in. In plaats daarvan ging hij de confrontatie aan en stak hij de jongen met het mes.

Uit onderzoek blijkt dat de verdachte een kwetsbare persoon is, die jarenlang is getergd en getreiterd, ook door het slachtoffer in deze zaak.
Dit neemt niet weg dat de man een van de ernstigste misdrijven heeft begaan in ons strafrechtstelsel, aldus het hof. Hij heeft een 19-jarige jongen zijn leven ontnomen en daarmee zijn nabestaanden onherstelbaar verdriet aangedaan. Daarnaast heeft hij dit schokkende en gewelddadige feit gepleegd in de openbare ruimte in het uitgaansgebied van Middelburg, in de aanwezigheid van omstanders.

Alles overziend ziet het hof, anders dan de rechtbank Zeeland-West-Brabant, geen reden om een hogere straf op te leggen dan de officier van justitie in eerste aanleg heeft gevorderd, namelijk 6 jaar gevangenisstraf. Verder moet de man een van de nabestaanden een schadevergoeding betalen van ruim 7000 euro voor geleden materiële schade.