Volgens de rechtbank waren beide verdachten schuldig aan doodslag. De schutter heeft bekend op het slachtoffer te hebben geschoten. De medeverdachte zou daarvoor de opdracht hebben gegeven. Het hof ziet dit anders.
Het slachtoffer was met een aantal vrienden op de parkeerplaats. Slechts één van hen heeft verklaard dat hij de 24-jarige heeft horen roepen “schiet hem”, de anderen niet. De verklaring van één getuige is volgens het hof onvoldoende om te bewijzen dat de 24-jarige verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van doodslag op het slachtoffer.
Ook als er wel voldoende bewijs zou zijn dat de 24-jarige “schiet hem” heeft geroepen, is daarmee nog niet zonder meer voldaan aan de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte, die voor het medeplegen van doodslag vereist is.