Door de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten, is het hof net als de rechtbank, van oordeel dat zij beiden medeplegers van de doodslag zijn. Omdat de doodslag werd gepleegd om een ander strafbaar feit te vergemakkelijken, namelijk de diefstal, is er sprake van gekwalificeerde doodslag. Hierop staat een hogere straf.
Het hof weegt in de strafoplegging mee dat de vrouw als initiatiefnemer haar connectie met het slachtoffer heeft misbruikt om hem te beroven en dat de man al eerder voor afpersing en diefstal is veroordeeld in Polen. Het samen plegen van de diefstal, de doodslag en de brandstichting, heeft voor de vrouw geleid tot een gevangenisstraf van 21 jaar. Het hof spreekt de man vrij van het medeplegen van de brandstichting en legt hem een gevangenisstraf op van 20 jaar.
Ook moeten de verdachten aan de minderjarige dochter van het slachtoffer ruim 38.000 euro schadevergoeding betalen.