In augustus 2001 zochten de 3 mannen het slachtoffer thuis op. Het slachtoffer dealde in drugs en de mannen wilden hem beroven. Er was ook nog een andere persoon in de woning aanwezig. Het slachtoffer en de schutter trokken zich terug in de ‘dealkamer’, daar ontstond een ruzie tussen hen waarbij het slachtoffer werd neergeschoten. Hij werd meerdere keren geraakt en overleed aan zijn verwondingen.

De 2 medeverdachten van de schutter werden eerder door de rechtbank veroordeeld tot 13 en 14 jaar cel. Het hof spreekt hen in hoger beroep vrij van doodslag, omdat zij naar oordeel van het hof niet geschoten hebben. Wél worden zij veroordeeld voor diefstal van hennep en geld uit de woning van het slachtoffer. Het hof legt hen hiervoor 10 maanden cel op.

De man die het slachtoffer heeft neergeschoten krijgt in hoger beroep 11 jaar celstraf. Die straf is lager dan de 14 jaar cel die rechtbank eerder oplegde. Een van de redenen daarvoor is dat de behandeling van het hoger beroep langer heeft geduurd dan wenselijk is.

Daarnaast heeft het hof rekening gehouden met een nieuwe wet die sinds 1 juli 2021 geldt. Die wet maakt het voor veroordeelden niet zonder meer mogelijk om na 2/3 van de straf vrij te komen. Door de lange duur van het hoger beroep is de uitspraak na 1 juli gedaan, dat is voor het hof ook reden geweest voor een lagere straf.

De schutter moet ruim 12.700 euro schadevergoeding betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer en aan de bedreigde persoon.