Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank. Volgens het hof kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte de brand heeft gesticht. Het bewijs schiet daarvoor tekort. Uit brandtechnisch onderzoek blijkt dat volgens de deskundige van het NFI iedereen in het gezin de brand kan hebben gesticht. Ook al was de verdachte als eerste van het gezin buiten, verklaarde hij wisselend en droeg hij handschoenen toen hij de woning verliet, is dit geen doorslaggevend bewijs dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan brandstichting. De verdachte heeft verklaard dat hij deze handschoenen waarschijnlijk op de automatische piloot heeft aangetrokken omdat hij dat ’s ochtends vroeg altijd deed voor zijn werk. Ook zijn in de brandwonden van de man en op de kleding die hij droeg, waaronder de handschoenen, geen sporen gevonden die wijzen op de aanwezigheid van een ontbrandbare vloeistof. Deze omstandigheden kunnen noch op zichzelf, noch bij elkaar genomen, leiden tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde brandstichting.
Het hof spreekt de man daarom vrij van poging tot moord of doodslag en brandstichting. De voorlopige hechtenis van de man wordt met ingang van vandaag opgeheven en hij wordt onmiddellijk in vrijheid gesteld.