Het hof vindt het, evenals de rechtbank, niet aannemelijk dat het slachtoffer na de vuistslagen nog in staat was de keel van de verdachte dicht te knijpen. Het letsel dat bij haar is aangetroffen wijst er, samen met andere sporen, eerder op dat zij heeft geprobeerd zichzelf te bevrijden uit de wurggreep.
Volgens het hof is de verdachte kwaad geworden op het slachtoffer, heeft hij haar enkele zeer krachtige vuistslagen gegeven en haar keel dichtgeknepen waardoor zij is overleden.