Tijdens het hoger beroep heeft de verdediging verzocht om een reconstructie
van de worsteling tussen verdachte en het slachtoffer om de feitelijke toedracht
te achterhalen. Het hof heeft dat verzoek afgewezen onder meer omdat verdachte
zich weinig meer kan herinneren van die worsteling en een reconstructie daardoor
zinloos zal zijn.
Verder is er in het hoger beroep nader onderzoek gedaan door een forensisch
arts. Hij bevestigt de conclusie van de rechtbank dat het letsel bij verdachte
geen afweerletsel is. De verklaring van de verdachte dat hij zich moest
verdedigen tegen een aanval van het slachtoffer, vindt het hof dan ook niet
aannemelijk.
Dat verdachte opzettelijk brand heeft gesticht in de woning, leidt het hof
onder meer af uit het feit dat verdachte de gaspitten van het gasfornuis in de
keuken van het slachtoffer had gehaald en de gaskranen had opengedraaid.