Het slachtoffer was door zijn leeftijd en gezondheidsklachten, vooral dementie, steeds meer afhankelijk van de verdachten. Het hof vindt dat de verdachten hun positie als mantelzorger ernstig hebben misbruikt voor hun eigen financiële gewin. Zulke feiten hebben gevolgen voor het slachtoffer, maar ook andere kwetsbare ouderen voelen zich hierdoor bang en onveilig. Het hof verwijt de verdachten dat zij geen verantwoordelijkheid hebben genomen en niet inzien hoe fout zij handelden.
Het hof legt een lagere straf op dan de rechtbank, omdat niet bewezen is dat de verdachten als mantelzorgers opzettelijk de gezondheid van het slachtoffer hebben benadeeld. Het hof vindt voor beide verdachten een gevangenisstraf van 9 maanden passend. Maar bij de rechtbank en in hoger beroep is de redelijke termijn voor afdoening van de strafzaak fors overschreden. Daarom verkort het hof de straf met 3 maanden, Beide verdachten krijgen dus een celstraf van 6 maanden.