Op 8 mei 2017 raakten 2 bewoners van een appartementencomplex in Oss verwikkeld in een ruzie. De verdachte had samen met zijn moeder aangebeld bij het latere slachtoffer om een horloge terug te geven. Het gesprek liep zodanig uit de hand dat de verdachte het slachtoffer heeft geslagen, nadat hij eerst door het slachtoffer werd aangevallen. De verdachte had daarbij een scherp voorwerp (volgens de verdachte een kurkentrekker) in zijn hand. Het slachtoffer hield geen blijvend letsel aan zijn verwondingen over.

Het slachtoffer liep naast steekverwondingen een klaplong op. Er was volgens het hof echter geen aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zou kunnen overlijden als gevolg van de opgelopen verwondingen. Een poging tot doodslag wordt daarom niet bewezen verklaard. Wel vindt het hof, net als de rechtbank, een poging tot zware mishandeling bewezen.

De verdediging beriep zich op noodweer. De verdachte zou geen andere keus hebben gehad dan de confrontatie aan te gaan. Uit getuigenverklaringen blijkt dat het slachtoffer als eerste de verdachte aanvloog en ook zijn moeder. Dat ging zo vlug dat de verdachte geen tijd heeft gehad om te vluchten of zich aan het geweld te onttrekken. Daarom volgt het hof het besluit van de rechtbank om de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging, omdat de verdachte uit noodweer heeft gehandeld.