Het hof veroordeelt de man voor poging tot moord, poging tot doodslag, aanranding, verkrachting, vrijheidsberoving en wapenbezit. Gelet op het gewelddadige en vernederende karakter van wat de man zijn toenmalige vriendin heeft aangedaan, en de verwoestende gevolgen die dit voor haar heeft, vindt het hof een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 21 jaar hier op zijn plaats. Het hof rekent het de man bijzonder zwaar aan dat hij zich alleen heeft laten leiden door zijn eigen lustgevoelens en mogelijke frustratie omdat zijn vriendin meer ruimte wilde in de relatie. Hij heeft door zijn gedrag een zeer onveilige en beangstigende situatie voor haar gecreëerd. De vrouw werd geconfronteerd met een partner die zich volstrekt onberekenbaar en onvoorspelbaar gedroeg. Zij heeft enorme doodsangsten uitgestaan en was bang haar kinderen nooit meer te zien.
Uit psychologisch en psychiatrisch onderzoek is gebleken dat de man hoogstens verminderd toerekeningsvatbaar is. Daarom verlaagt het hof de op te leggen gevangenisstraf met 1 jaar tot 20 jaar. Het onderzoek bevat onvoldoende aanknopingspunten om de man naast een gevangenisstraf een tbs-maatregel met dwangverpleging op te leggen.
Verder moet de man de vrouw een schadevergoeding betalen van ruim 60.000 euro.