De advocaat van de man had een verzoek gedaan tot opheffing van de voorlopige hechtenis, en als dat zou worden afgewezen, tot schorsing. Bij opheffing van de voorlopige hechtenis kunnen geen voorwaarden worden opgelegd aan de verdachte. Dat is bij een schorsing wel het geval. Opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis betekent niet dat de strafzaak beëindigd is. Het hof wijst het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af omdat de verdenking en bezwaren nog steeds aanwezig zijn.
De man heeft nu ongeveer 3 jaar en 3 maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht. De datum waarop hij in aanmerking kan komen voor een vervroegde in vrijheidsstelling komt steeds dichterbij. In de hoger beroepzaak is nader onderzoek bevolen, waaronder het horen van getuigen. Een deel van die verhoren is nog niet verricht. Het hof vindt dat door deze omstandigheden en de eerder genoemde persoonlijke omstandigheden de schorsing toegewezen moet worden. De verdachte zal daarom op 1 mei 2020 om 13.00 uur worden geschorst uit voorlopige hechtenis.