Op haar lichaam werden verschillende letsels aangetroffen waaronder een breuk in het tongbeen. Uit onderzoek blijkt dat die letsels bij leven zijn ontstaan. Op basis van de bevindingen en de conclusies van de patholoog concludeert de rechtbank dat de vrouw door wurging met de handen is overleden. De rechtbank acht bewezen dat de man haar opzettelijk doodde door haar te wurgen, dit vanwege de daarvoor noodzakelijke duur en intensiteit van zijn handelingen.
Hij verklaarde dat hij haar na haar overlijden heeft losgemaakt van de halterbank. Hij besloot dat het lichaam 'kleiner' gemaakt moest worden zodat hij zich daarvan kon ontdoen zonder dat de politie of anderen dat zouden opmerken.