De rechtbank oordeelt dat de minister de opvang niet zonder nader onderzoek naar de gevolgen voor deze 28 mensen mocht beëindigen. De VBL is onvoldoende als enige alternatief voor deze groep mensen. De rechtbank geeft daarvoor de volgende redenen:
- De minister heeft niet gekeken of in de VBL voldoende middelen voorhanden zijn om de medische problematiek die kan spelen aan te pakken
- De minister heeft niet gekeken of er voldoende capaciteit is in de VBL in Ter Apel.
Ook gelden er toegangsvereisten, waardoor toegang niet kan worden gegarandeerd.
De voorwaarde om mee te werken aan terugkeer naar het land van herkomst mag in principe worden gesteld aan een vreemdeling aan wie opvang wordt verleend, maar niet in alle gevallen, bijvoorbeeld als iemand psychisch niet in staat is om de gevolgen van zijn handelen te overzien. Als voor toelating in de VBL de voorwaarde wordt gesteld om mee te werken aan terugkeer, dan zal er daarnaast, als vangnet, ook nog altijd een opvangvorm nodig zijn die onvoorwaardelijk is. De landelijke overheid heeft immers de plicht er voor te zorgen dat deze groep mensen niet in een onmenselijke situatie terecht komt.