Tijdens de zittingsdagen dienden meerdere raadslieden onderzoekswensen in om meer zicht te krijgen op de inzet van en samenwerking met de justitiële autoriteiten in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). In het bijzonder ging het om de observatie van twee Nederlandse advocaten tijdens een bezoek aan Dubai en om de omstandigheden rond de aanhouding, detentie en overdracht van verdachte Ridouan T.
De rechtbank is van oordeel dat de eerdere antwoorden van de autoriteiten in de VAE ten aanzien van deze onderwerpen erg summier zijn en aanleiding geven tot het stellen van nieuwe vragen. Het Openbaar Ministerie heeft eerder al gezegd een aanvullend rechtshulpverzoek aan de VAE te gaan doen. De rechtbank formuleert in haar beslissingen een reeks vragen die de rechtbank met dat verzoek beantwoord wil zien.