De bewoners maken deel uit van de woon-/werkgemeenschap die sinds 1997 op het terrein is ontstaan. Door de komst van het bergingsbedrijf hangt de bewoners ontruiming boven het hoofd. Volgens hen zijn de plannen echter in strijd met het zogenoemde bestemmingsbeding dat de gemeente in 1970 overeenkwam met de toenmalige eigenaar ADM. Dat beding zou volgens de bewoners alleen het herstellen en bouwen van schepen toelaten, en niet de geplande berging, ontmanteling en asbestsanering. De gemeente zou de huidige eigenaar aan het beding moeten houden, zo eisten de bewoners.

De rechtbank gaat hier niet in mee. De bewoners zijn geen partij in de destijds gemaakte afspraken en kunnen daarom niet afdwingen dat de gemeente de huidige eigenaar houdt aan de uitleg die zij aan het beding geven. Bovendien had het bestemmingsbeding nooit het doel om hun belangen als bewoners te beschermen. De groep maakt al tientallen jaren gebruik van het terrein door er te wonen en te werken en verhindert daarmee juist dat het terrein wordt gebruikt overeenkomstig het bestemmingsbeding.

In een andere, gerelateerde procedure oordeelde de Raad van State op 25 juli 2018 al dat de bewoners het terrein uiterlijk op 25 december 2018 moeten hebben ontruimd.

Voor meer informatie, bel de afdeling Voorlichting & Communicatie van de rechtbank Amsterdam, telefoonnummer: 088-3611440, of stuur een e-mail.