De man heeft verklaard dat hij niet wist dat het strafbaar was wat hij deed en dat het niet zijn bedoeling was om aan te zetten tot een terroristisch misdrijf. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig: de man verklaarde dat hij de video’s die hij plaatste soms bekeek, maar dat hij doorspoelde wanneer het te gewelddadig werd. Ook is hij door zijn broers gewaarschuwd voor de filmpjes. Verder ontving hij een bericht van Facebook vanwege de inhoud van zijn profielpagina en werd zijn Telegram-kanaal gesloten. Het kan de man dus niet zijn ontgaan dat hij stuitend materiaal aan het verspreiden was, aldus de rechtbank.