De rechter gaat hier niet in mee en oordeelt dat de dj geen van de door hem gemaakte verwijten voldoende heeft onderbouwd. De rechter komt dan ook tot de conclusie dat de fiscalist heeft gehandeld zoals van een bekwaam belastingadviseur mag worden verwacht. Zo heeft hij er vanaf het begin op gewezen dat de dj zich, naast het oprichten van de buitenlandse vennootschappen, het beste uit Nederland kon uitschrijven om te voorkomen dat hij alsnog in Nederland belasting zou moeten betalen. Dat de dj zijn fiscalist duidelijk heeft gemaakt dat hij helemaal niet van plan was om uit Nederland te emigreren, blijkt uit niets. Daarnaast zijn ook de stellingen dat de hele constructie met de Cypriotische vennootschap verboden zou zijn en dat de fiscalist de belastingdienst onjuiste informatie zou hebben verstrekt, niet onderbouwd.