Het lichaam van het, eveneens Ierse, slachtoffer werd op 24 februari 2009 aan stukken gesneden en gezaagd in het IJ gevonden. Het slachtoffer zou na een ruzie in de Rotterdamse woning van één van de verdachten, met een mes zijn doodgestoken. De verdachte hoofdbewoner wijst de andere twee als dader aan. Omdat de rechtbank die verklaring onvoldoende betrouwbaar acht en er te weinig doorslaggevend technisch bewijs is, kan de rechtbank niet vaststellen wie van de mannen verantwoordelijk is voor de dood van het slachtoffer.
Deze uitkomst acht de rechtbank zeer onbevredigend. Zeer onbevredigend in het algemeen en vooral voor de nabestaanden van het slachtoffer, nu zij niet weten wie hem om het leven heeft gebracht. Desondanks moet vrijspraak volgen als de reële mogelijkheid bestaat dat verdachten, ondanks hetgeen tegen hen pleit, onschuldig zouden kunnen zijn. Uiteindelijk moet het bewijs dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd boven elke redelijke twijfel verheven zijn.