Uit onderzoek bleek dat de man betrokken was bij grootschalige handel in heroïne, en dat hij hierin een leidende en coördinerende rol had. Hij kocht de heroïne in, verpakte het en verstrekte het samen met de dealtelefoon aan de dienstdoende koerier. Na afloop haalde hij het verdiende geld bij die koerier op. Ook regelde hij vervanging als een koerier ziek was. De man maakte voor zijn drugskoeriersdienst gebruik van zeer kwetsbare personen: alle bezorgers waren al jarenlang verslaafd aan heroïne en deden het werk om in hun verslaving te kunnen blijven voorzien. De rechtbank rekent dit de man zwaar aan.