Bij EAB’s op basis van een verstekveroordeling draait het om een Europees aanhoudingsbevel van een persoon die in een van de EU-lidstaten veroordeeld is zonder zelf zijn proces te hebben bijgewoond. In 2009 werd een Europese regeling over verstekveroordelingen ingevoerd, die de rechten van de verdachte beoogde te beschermen en tegelijkertijd de samenwerking tussen Europese lidstaten moest vergemakkelijken.
In de praktijk van de IRK – die jaarlijks zo’n 500 tot 600 EAB’s behandelt – blijken juist zulke EAB’s met betrekking tot verstekveroordelingen tot problemen te leiden. Vaak bevatten EAB’s geen, onjuiste of onvolledige informatie over de totstandkoming van de verstekveroordeling. Dat leidt tot verzoeken om aanvullende informatie, tot vertraging, tot extra kosten voor de betrokken lidstaten en, in sommige gevallen, tot weigering van de overlevering.