Het verweer van GeenStijl dat zij slechts de hypocrisie van andere media (die over de kwestie berichtten) aan de kaak wilde stellen, overtuigt niet. Het is natuurlijk niet aan de rechtbank om te oordelen of GeenStijl op journalistiek verantwoorde en smaakvolle wijze handelt, maar journalistieke vrijheid is niet onbegrensd. Nu GeenStijl op werkelijk geen enkele manier heeft kunnen overtuigen dat het aantonen van de gewraakte hypocrisie – bij anderen(!) – óók het plaatsen van de link naar het filmpje rechtvaardigde en dat de belangen van Paaij daarvoor moesten wijken, heeft GeenStijl op ontoelaatbare wijze een grens overschreden. Dat Paaij een bekend persoon is, en mogelijk in het verleden in meer of mindere mate (seksueel) vrijgevochten gedrag heeft vertoond, maakt dit niet anders. Het is nog steeds aan haar zelf of en zo ja, in welke mate, zij haar intieme privésfeer – waarvan hier onbetwist sprake is – wil delen met het publiek. Zelfs als zij die zelf laat filmen en zij mogelijk zelf betrokken is bij verspreiding in eigen gekozen – en dus beperkte – kring.