De rechtbank is tot het oordeel gekomen dat de nareisregeling in strijd is met de Vreemdelingenwet en de Gezinsherenigingsrichtlijn. De staatssecretaris mag de regeling ook niet toepassen om in de toekomst een onmenselijke situatie te voorkomen. Het is namelijk de vraag of de staatssecretaris om die reden een maatregel mag treffen die in strijd is met de wet. Bovendien heeft hij niet duidelijk gemaakt dat het nu nodig is en dat er geen andere oplossing is.
Op 5 december 2022 heeft de voorzieningenrechter in Haarlem al een uitspraak gedaan over de nareismaatregel, dat was een voorlopig oordeel. Daarop volgde op 22 december een uitspraak van rechtbank Den Haag.