Een zogeheten coldcaseteam van de Amsterdamse politie onderzocht in 2017 de zaak opnieuw en daarbij kwam de man weer in beeld als verdachte. Ditmaal werd wel vergelijkend DNA-onderzoek verricht op sperma dat in het lichaam van het slachtoffer was aangetroffen, wat een match opleverde met het DNA van de man. Voor verkrachting geldt geen verjaringstermijn en dus kon het OM de zaak alsnog vervolgen. De rechtbank oordeelt, mede op basis van het DNA-bewijs, dat de man de dader moet zijn geweest en legt hem een gevangenisstraf op van één jaar, waarvan het grootste deel voorwaardelijk. Alleen de tijd die de man in voorarrest doorbracht, wordt onvoorwaardelijk opgelegd. De man hoeft dus niet meer terug de gevangenis in, tenzij hij zijn voorwaarden schendt. De man moet zich onder psychologische behandeling stellen. Ook krijgt hij daarnaast een taakstraf van 240 uur.