17 september - Vervoersbedrijf GVB maakt verboden onderscheid tegenover een reiziger met een handicap. De reiziger, die een rolstoel gebruikt, kon meerdere keren niet met tramlijn 25 mee, omdat personeel geen of onvoldoende hulp bood bij het gebruik van de draagbare instapplank. Uit een proefperiode met veertien ritten bleek dat dit probleem regelmatig voorkomt. Hoewel het beleid van GVB met interne instructies, handleidingen en permanente educatie aan haar werknemers aan de regelgeving voldoet, blijkt uit de proefperiode dat dit in de praktijk onvoldoende heeft gewerkt. GVB handelt daarmee in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.
Lees de volledige uitspraak: