3 november - De gemeente Amsterdam mocht de urgentieverklaring van een hoofdstedeling niet intrekken, omdat daarbij het belang van zijn minderjarige dochter onvoldoende is meegewogen. De man had de urgentieverklaring in januari 2023 aangevraagd voor hem en zijn dochter. Zij voldeden toen aan de eis van ten minste vier jaar onafgebroken ingeschreven staan in de gemeente Amsterdam. Deze bindingseis wordt getoetst op de aanvraagdatum. Dat 1,5 jaar later zijn nieuwe vrouw bij hem is ingetrokken en daarna nog twee kinderen volgden, maakt dus geen verschil. De man treft een verwijt dat hij dit voor de gemeente heeft verzwegen, maar dit is geen wettelijke reden voor intrekking. Maar ook als er wel een reden voor intrekking zou zijn, dan zou dit het leven van de kwetsbare dochter buiten haar schuld om ontwrichten. Dat dit onevenredig is, heeft de gemeente onvoldoende laten meewegen.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2025:8376