23 september -Een 21-jarige man is veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf omdat hij op 7 maart 2025 een rol had bij het beschieten van een man in Amsterdam Nieuw-West. Ook moet hij ruim 10.000 euro schadevergoeding betalen. De eveneens 21-jarige medeverdachte is vrijgesproken van een rol daarbij. Het slachtoffer werd in zijn been geraakt. Veel mensen, onder wie zijn minderjarige zoontje, waren getuige het schieten. Uit het reclasseringsrapport blijkt onder meer dat de 21-jarige man kampt met een lachgasverslaving. Naar eigen zeggen handelt hij onder invloed van lachgas impulsief zonder na te denken over de gevolgen van zijn daden. De rechtbank legt geen voorwaardelijk strafdeel op met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden. Die voorwaarden die de reclassering adviseerde, kunnen namelijk ook in het kader van een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling worden opgelegd. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2025:7039
ECLI:NL:RBAMS:2025:7040 

23 september - Een woning in Amsterdam-Centrum is voor drie maanden gesloten nadat tijdens een huiszoeking 3 mortierbommen zijn gevonden. De bewoner van die woning is vanwege persoonlijke omstandigheden geschorst uit voorlopige hechtenis en vroeg om de woningsluiting te schorsen omdat hij en zijn (ex-)vriendin er willen gaan samenwonen met hun pasgeboren baby. De bewoner betwist de feiten en omstandigheden op basis waarvan de burgemeester de woning sloot. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af omdat de burgemeester naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter de woning op goede gronden sloot. De aanleiding van de huiszoeking was namelijk dat de bewoner zijn (ex-)vriendin heeft bedreigd via Whatsapp met de bewoordingen “Vanavond blaas ik je hoerehuis op” en een foto van de mortierbommen. Verder had hij veel registraties in de politiesystemen op zijn naam staan waaronder bedreiging en mishandeling en de buurtbewoners zijn bang voor hem. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2025:7053

23 september - De exploitant van een groentewinkel in een winkelcentrum moet een voormalig inkoper/verkoper ruim 5600 euro betalen omdat die schade leed nadat hij vanwege een concurrentiebeding waaraan de exploitant van de groentewinkel hem hield minder geld verdiende bij een slagerij dan bij de groentewinkel waar hij eerder werkte. Volgens het beding mocht hij binnen 5 kilometer van het winkelcentrum niet in een andere groentewinkel werken. De ex-inkoper eiste een hogere schadevergoeding maar omdat die deels onvoldoende was onderbouwd, wijst de kantonrechter het lagere bedrag toe. Dat bestaat uit een immateriële schadevergoeding van ruim 1700 euro en ruim 3900 euro aan inkomstenderving. De kantonrechter verwerpt het verweer van de exploitant dat de geëiste schadevergoeding zou zijn verjaard. Per brief werd de exploitant namelijk binnen vijf jaar gesommeerd om te betalen.  

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2025:7101