25 mei - Een Amsterdams bedrijf moet een ex-werknemer 5.000 euro betalen aan autokostenvergoeding omdat die deel uitmaakt van zijn gebruikelijke loon. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De man procedeerde eerder tegen zijn werkgever omdat deze hem 1,5 maand loon en de autokostenvergoeding schuldig was. In die zaak kwam het tot een schikking, waarin hij werd vrijgesteld van werk, terwijl zijn ‘gebruikelijke loon’ zou worden doorbetaald tot 1 maart 2020. Volgens de werkgever behoorde de autokostenvergoeding echter niet tot het ‘gebruikelijke loon’. Hoewel de autokostenvergoeding niet expliciet in de vaststellingsovereenkomst staat, was deze bij indiensttreding overeengekomen om een lager maandsalaris te compenseren en niet bedoeld om reiskosten te dekken, die apart werden vergoed. Daarom mocht de man bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst redelijkerwijs van de betekenis ‘gebruikelijk loon’ uitgaan die partijen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst en tijdens zijn werk feitelijk eraan gaven. Hij mocht verwachten dat het bedrijf ‘gebruikelijk loon’ net zo zou opvatten.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2665