3 oktober - De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moet alsnog beslissen op een verzoek van een vrouw om kwijtschelding van haar studieschuld. Met dit verzoek was niets gedaan, omdat het als een te laat ingediend bezwaarschrift was opgevat. Dit is onterecht. Het verzoek had in behandeling moeten worden genomen als een verzoek om herziening, omdat zo een verzoek niet aan een termijn is gebonden. Dit heeft de bestuursrechter geoordeeld. De vrouw is het eens met de besluiten, maar verzoekt om herziening daarvan omdat in die besluiten staat dat zij een partner heeft. Dit is een fout. Volgens de vrouw is daardoor de aflosduur verlengd en is haar draagkracht onjuist vastgesteld. De minister moet nu op grond van wat de vrouw zegt, beoordelen of de besluiten zonder meer onredelijk zijn, dan wel of nieuwe omstandigheden reden geven om die besluiten te wijzigen.