5 oktober - Een 28-jarige man is veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf waarvan 5 maanden voorwaardelijk omdat hij op 22 augustus 2020 in Amsterdam met zijn auto op 5 mensen inreed. Bij die actie beschadigde hij ook meermaals een andere auto. Ook krijgt hij een rijontzegging van 12 maanden en moet hij 3.000 euro schadevergoeding betalen. De man en zijn bijrijder zouden tijdens het rijden lachgasballonnen hebben gebruikt en luide politiesirenes hebben afgespeeld. Toen ze hierop werden aangesproken, stapte de bijrijder uit en raakte in worsteling met meerdere omstanders. De 28-jarige man reed vervolgens met de auto op de groep in. Zij moesten wegspringen of -rennen om niet te worden geraakt. De man heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. 

5 oktober - Een 32-jarige man is veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf omdat hij in de nacht van 15 augustus 2020 in Amsterdam ogenschijnlijk vanuit het niets op de pont naar Noord met een mes op een man instak die daarbij ernstig gewond raakte. Het slachtoffer sprong overboord om te ontsnappen. Nadat de pont was aangekomen gooide de 32-jarige man een baksteen naar een andere man en bedreigde twee agenten dat hij datzelfde bij hen zou doen. Uit de psychologische rapportages blijkt dat deskundigen aanwijzingen zien dat dat hij lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De overige feiten bieden de rechtbank echter onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat hij daaraan lijdt. Daarom beschouwt de rechtbank hem volledig toerekeningsvatbaar en legt geen tbs-maatregel op. Naast de gevangenisstraf moet hij ruim 3.400 euro schadevergoeding betalen. 

8 oktober - Een 30-jarige vrouw is veroordeeld tot tbs en dwangverpleging. De rechtbank legt de tbs op omdat zij in augustus 2020 tijdens een psychose die meerdere dagen duurde, heeft geprobeerd haar 7-jarige dochtertje zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door haar (onder andere) meermaals te prikken dan wel te krassen met een schaar. De vrouw is vrijgesproken van moord dan wel doodslag op haar baby en het wegmaken van het lijk van haar baby omdat de doodsoorzaak van het overlijden van de baby niet kon worden vastgesteld. 

7 oktober - De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft zich onvoldoende ingespannen om een meningsverschil op te lossen tussen Nederland en Tsjechië op het gebied van de sociale zekerheid. Dit heeft de bestuursrechter beslist. Het gaat om een man met een Nederlandse onderneming die tot 1 februari 2020 in Tsjechië heeft gewoond, nadat hij Nederland op 18 september 2018 had verlaten. Volgens de Nederlandse autoriteiten was hij in deze periode verzekerd in Tsjechië, maar de Tsjechische autoriteiten wijzen naar Nederland. Daardoor was de man in deze periode nergens verzekerd, moest hij ontvangen Nederlandse zorgtoeslag terugbetalen en kon hij geen medische kosten declareren. Europese verordeningen bevatten regels voor het oplossen van dit soort meningsverschillen. Het gaat om complexe materie, maar dit mag niet voor rekening komen van de burger. Daarom krijgt de Svb zes weken de tijd om in elk geval te beslissen in welk land de man als voorlopig verzekerd kan worden aangemerkt. 

7 oktober - De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet opnieuw kijken naar een asielaanvraag van een vrouw uit Oezbekistan die stelt dat zij bij gedwongen terugkeer naar haar geboorteland vreest voor haar leven. Dat heeft de rechtbank bepaald. De vrouw is naar Turkije gelokt waar zij tot prostitutie is gedwongen. Bij terugkeer in Oezbekistan is vervolgens beeldmateriaal van haar online gezet, waardoor zij in haar buurt bekend kwam te staan als prostituee. Zij is vervolgens ernstig mishandeld en bedreigd door buurtbewoners en haar eigen familieleden. De rechtbank gaat niet mee in de stelling van de staatssecretaris dat er geen concrete dreiging is en er geen sprake is van eerwraak. De feiten wijzen ook op ernstige discriminatie waardoor de vrouw niet op maatschappelijk en sociaal gebied kan functioneren. De staatssecretaris moet daarom beter motiveren waarom het niet aannemelijk is dat de vrouw bij terugkeer opnieuw slachtoffer zal worden van ernstig geweld en discriminatie. 

5 oktober - De ex-huurder van een appartement heeft geen recht op schadevergoeding omdat het gehuurde minder groot bleek te zijn dan waarmee werd geadverteerd. De ex-huurder stelde dat sprake was van wanprestatie dan wel bedrog of dwaling, omdat hij had gereageerd op een advertentie waarin een oppervlakte van 65 m2 stond vermeld, terwijl het appartement uiteindelijk 47,5 m2 bleek te zijn. Daar gaat de kantonrechter niet in mee. De ex-huurder had het appartement van tevoren bezichtigd en dat is wat de verhuurder heeft geleverd. Verder heeft de huurder niet aangetoond dat er sprake was van opzet van de verhuurder en ook niet dat hij van tevoren aan de verhuurder kenbaar had gemaakt dat hij een juiste vierkante meterprijs heel erg belangrijk vond. De ex-huurder krijgt wel deels de waarborgsom terug, omdat de vlekken in de keukenvloer (waarvoor de waarborgsom onder andere was ingehouden) gelden als normale slijtage. 

4 oktober - De zoon van een overleden huurder van Ymere moet de huurwoning. Zo heeft de voorzieningenrechter beslist. Ymere vernam in juni 2021 van de gemeente, nadat zij de woning in onderzoek had genomen, dat de huurder al medio 2018 was overleden. Zijn zoon voerde aan dat hij met zijn vader samenwoonde en tijdens diens ziekte voor hem had gezorgd. Hij wist niet dat hij binnen zes maanden na het overlijden Ymere had moeten vragen om voortzetting van de huurovereenkomst. Hij vond dat Ymere hem daarop had moeten wijzen. Ymere stelde dat zij niet die waarschuwingsplicht heeft en dat daarnaast een verzoek sowieso weinig kans van slagen had gehad, omdat er sprake had moeten zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Dat wordt bij ouders en kinderen niet snel aangenomen, omdat de normale situatie is dat kinderen uitvliegen. De voorzieningenrechter stelt Ymere in het gelijk. Wel wordt de zoon een ontruimingstermijn van 30 dagen gegund.