Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 12 april 2021

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar.
Deze week hebben we 8 van de belangrijkste en meest opvallende zaken per rechtsgebied geselecteerd.

Straf - Taakstraf en voorwaardelijke rijontzegging na botsing

6 april - Een 41-jarige man is veroordeeld tot 100 uur taakstraf en 6 maanden voorwaardelijke rijontzegging omdat hij op 19 februari 2019 als automobilist op de IJburglaan in Amsterdam een verkeersongeval met een fietsster veroorzaakte. Hij stak de kruising met de Zuiderzeeweg over terwijl hij op de strook voor links afslaand verkeer stond en het verkeerslicht voor rechtdoor op rood stond. Hij zag de fietsster die hij voorrang had moeten verlenen niet op tijd en botste met haar. De fietsster hield daaraan een gebroken schedel en een hersenbloeding over. Zij wordt nog altijd met de gevolgen van de botsing geconfronteerd. In de strafmaat weegt in zijn voordeel mee dat hij schuldbewust is. Ook bekommerde hij zich direct om het slachtoffer en toonde zijn betrokkenheid. Bovendien gebeurde het ongeluk meer dan twee jaar geleden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:1649

Straf - Jeugddetentie en taakstraf voor diefstallen met geweld

7 april - Een 20-jarige man is veroordeeld tot 150 dagen jeugddetentie, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en 120 uur taakstraf onder meer omdat hij zich in Amsterdam schuldig maakte aan afpersing, twee diefstallen met (bedreiging van) geweld op de Dam en openlijke geweldpleging door samen met anderen iemand te slaan en schoppen. Ook bezat hij een gas- en alarmpistool. Bij zijn daden dacht hij enkel hoe hij er financieel van kon profiteren en hield geen rekening met de impact ervan op de slachtoffers. De rechtbank neemt het reclasseringsadvies over om adolescentenstrafrecht toe te passen onder meer omdat hij lijkt jonger te functioneren dan zijn kalenderleeftijd en geen groot strafblad heeft. Pedagogische beïnvloeding lijkt kansrijk. Hij moet zich onder andere laten begeleiden door een forensisch ambulant zorgteam en mag hij geen contact hebben met medeverdachten.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:1650

Bestuur - Vrouw met Down mag voorlopig in Nederland blijven

2 april - Een 58-jarige vrouw uit Suriname mag de beslissing op haar bezwaar in Nederland afwachten. Dit heeft de rechtbank besloten. De vrouw vroeg in 2017 een verblijfsvergunning aan om bij haar zus te kunnen verblijven. Zij heeft het syndroom van Down en heeft bij haar dagelijkse bezigheden begeleiding nodig. Inmiddels verblijft zij drieënhalfjaar in Amsterdam. De IND wees de aanvraag van de vrouw af, maar de vrouw maakte hiertegen bezwaar. De rechtbank acht het aannemelijk dat de vrouw in Suriname geen familieleden meer heeft die in staat zijn om haar begeleiding en zorg te bieden. In Suriname zijn bovendien geen instellingen die 24 uurs-begeleiding bieden aan volwassenen met het syndroom van Down. Onder deze omstandigheden weegt het belang van de vrouw de beslissing op haar bezwaar in Nederland af te wachten zwaarder dan het belang van de IND om haar uit te zetten.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBDHA:2021:3438

Bestuur - DNA-onderzoek in Eritrea kan met Italiaanse hulp gebeuren

2 april - De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft het DNA-onderzoek in Eritrea van een vrouw ten onrechte niet laten doorgaan omdat een Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging daar ontbreekt. Dat oordeelt de rechtbank. De vrouw heeft een verklaring van de Italiaanse ambassade in Eritrea overgelegd waaruit volgt dat zij bereid zijn DNA-materiaal af te nemen bij de man die zij stelt dat haar vader is. Gelet hierop en gelet op het feit dat vaststaat dat die man Eritrea niet kan verlaten acht de rechtbank onvoldoende gemotiveerd dat het DNA-onderzoek niet kan plaatsvinden via het inroepen van diplomatieke hulp bij andere EU-lidstaten in Eritrea. De rechtbank ziet niet in dat daarmee de soevereiniteit van Nederland wordt aangetast, alleen al niet omdat het de staatssecretaris blijft die een besluit neemt naar aanleiding van het resultaat van die samenwerking en die bevoegdheid niet overdraagt aan de andere EU lidstaat.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBDHA:2021:3437

​Kanton - Waarborgsom kwijt na illegale onderverhuur

2 april - De verhuurder hoeft een schoonmaakbedrijf dat een woonruimte had gehuurd de waarborgsom van 2.500 euro niet terug te betalen. Het schoonmaakbedrijf verhuurde die ruimte onder aan vier werknemers. Als gevolg hiervan kreeg de verhuurder een boete van 6.000 euro van de gemeente. De afspraken die partijen over onderhuur hadden gemaakt, waren niet duidelijk. Aan de ene kant had het schoonmaakbedrijf aan de makelaar van de verhuurder aangegeven dat zij op zoek was naar woonruimte voor haar werknemers, maar aan de andere kant was de opgemaakte schriftelijke huurovereenkomst voor meerdere uitleg vatbaar. Omdat de verhuurder de huurovereenkomst zo had opgesteld en het schoonmaakbedrijf niet naar de onduidelijkheid heeft geïnformeerd, hebben zij beiden bijgedragen aan de illegale situatie. De verhuurder is daarom beboet en mag ter compensatie de waarborgsom houden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:1293

Kanton - Artis mocht arbeidsvoorwaarden niet eenzijdig wijzigen

2 april - Dierentuin Artis mocht niet eenzijdig de arbeidsvoorwaarden van een aantal medewerkers wijzigen en moet hun daarom alsnog het achterstallig loon betalen. Dat heeft de kantonrechter in kort geding bepaald. Artis ging er onterecht vanuit dat zij de wijziging eenzijdig kon doorvoeren en heeft niet eerst geprobeerd overeenstemming met de werknemers te bereiken over bijvoorbeeld het afschaffen van de eindejaarsuitkering en afbouw van bepaalde variabele en vaste toeslagen. Maar zelfs als er overleg was geweest, had Artis de wijzigingen naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet mogen doorvoeren op de wijze als zij heeft gedaan. Hoewel Artis het door de coronacrisis financieel zwaar heeft en maatregelen moet nemen is het niet redelijk om alleen van werknemers die al lange tijd bij Artis werken een offer te vragen, dat ook nog definitief is. De door Artis aan de werknemers betaalde compensatie voor de wijzigingen verandert dat niet.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:1668

Civiel - Onderhuurder moet weg uit woning na overlijden huurder

7 april - Een man moet een huurwoning in Amsterdam verlaten. Hij stelt dat hij een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerde met de inmiddels overleden huurder en vroeg daarom de kantonrechter de huur te mogen voortzetten. De woningcorporatie weigerde hem die voorzetting. Die had de partner van de overleden huurder als nieuwe huurster aangemerkt. Zij heeft er belang bij dat de man spoedig vertrekt. De rechter in kort geding oordeelt nu dat hij het kantonvonnis niet in de woning mag afwachten. Het is namelijk zeer onwaarschijnlijk dat dat vonnis positief zal zijn voor hem, omdat er niet of nauwelijks aanwijzingen zijn voor een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Veel aannemelijker is dat hij onderhuurder is van een kamer daar. Hij betaalde maandelijks 250 euro huur, maar heeft 3 maanden huurachterstand en dat rechtvaardigt ontruiming, al helemaal in het licht van zijn pogingen om huurder van de hele woning te worden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:1600

Civiel - Verkoper moet gemaakte afspraken over verkoop garage nakomen

7 april - Een vrouw die met haar zoon in 2018 had gesproken over de overname van een bedrijfspand (een garage) moet de afspraken die toen zijn gemaakt nakomen. Dat heeft de rechter beslist in een procedure die door de zoon was aangespannen. De moeder en de zoon waren het niet eens over wat zij in 2018 met elkaar hadden besproken. Meerdere getuigen hebben in de procedure een verklaring afgelegd en op basis daarvan vindt de rechtbank bewezen dat in 2018 wel degelijk afspraken zijn gemaakt. De vrouw moet de garage daarom alsnog voor het afgesproken bedrag  (300.000 euro kosten koper) aan haar zoon overdragen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2021:1605

Uitspraken