7 mei - Een aannemer heeft in 2019 een verbouwing gedaan voor een bevriende klant. In 2023 heeft de klant in een procedure bij deze rechtbank ruim 87.000 euro aan schadevergoeding gevorderd, omdat de werkzaamheden niet goed zouden zijn uitgevoerd. In die procedure hebben de aannemer en de klant ten overstaan van de rechter een vaststellingsovereenkomst gesloten, ter beëindiging van het geschil. Afgesproken werd dat de aannemer 24.000 euro zou betalen en dat de aannemer en de klant elkaar dan finale kwijting verlenen. Dit is vastgelegd in het proces-verbaal en de aannemer heeft betaald. In november 2024 is de klant opnieuw een procedure gestart tegen de aannemer voor (volgens hem) andere klachten over dezelfde verbouwing. Deze vordering is afgewezen. In de vaststellingsovereenkomst is immers bepaald dat finale kwijting wordt verleend voor alle mogelijke geschillen die betrekking hebben op deze verbouwing, dus dat staat deze nieuwe vordering in de weg.
Lees de volledige uitspraak: