Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 16 november 2020

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar.
Deze week hebben we 8 van de belangrijkste en meest opvallende zaken per rechtsgebied geselecteerd.

Straf - Rol bij overval: voorwaardelijke jeugddetentie en taakstraf

11 november - Een 21-jarige vrouw is veroordeeld tot 2 maanden voorwaardelijke jeugddetentie en 200 uur taakstraf omdat zij op 22 september 2019 samen met anderen een supermarkt in Amsterdam heeft overvallen. Bij die gewapende overval, in de supermarkt waar de vrouw zelf werkte, hebben de daders 6700 euro en mobiele telefoons buitgemaakt. De rechtbank past het jeugdstrafrecht toe. Bij het opleggen van de straf neemt de rechtbank in haar voordeel mee dat zij een beperktere rol heeft gehad dan haar mededaders en geen bedreigingen heeft geuit. Uit het reclasseringsrapport blijkt verder dat de 21-jarige vrouw kwetsbaar en makkelijk door anderen negatief te beïnvloeden is. De reclassering adviseert om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden. De rechtbank neemt dat advies over. Als bijzondere voorwaarden moet de vrouw zich onder meer laten begeleiden door jeugdreclassering en zich ambulant laten behandelen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5430

Straf - Boete en voorwaardelijke rijontzegging na fatale botsing

12 november - Een 23-jarige man is veroordeeld tot 750 euro boete en 6 maanden voorwaardelijke rijontzegging omdat hij op 13 januari 2019 als taxichauffeur te snel op de Heemstedestraat reed zodat er een gevaar op de weg ontstond waarbij hij een fietsster aanreed. Zij is overleden aan haar verwondingen. Tijdens het ongeval was het donker en regende het. Ook moet hij ruim 27.500 euro schadevergoeding betalen. Uit onderzoek bleek dat hij ongeveer 69 kilometer per uur reed, waar 50 kilometer per uur was toegestaan. Hij reed op een voorrangsweg. Hij is vrijgesproken van dood door schuld omdat onzeker is of hij bij de toegestane maximumsnelheid wel tijdig had kunnen stoppen. In de straf weegt mee dat hij zich bewust is van de vreselijke gevolgen van het ongeval. De voorwaardelijke rijontzegging dient als stok achter de deur om zich als beroepschauffeur aan de regels te blijven houden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5479

Bestuur - Winkel mag geen huishoudelijke artikelen meer verkopen

6 november - De gemeente mocht optreden tegen een voedingswarenwinkel, omdat die winkel ook huishoudelijke artikelen verkocht. Dat heeft de voorzieningenrechter geoordeeld. Als een winkel naast voedingsmiddelen ook huishoudelijke artikelen verkoopt is het een minisupermarkt. Die is verboden op grond van het bestemmingsplan. De eigenaar voerde aan dat er geen sprake is van een minisupermarkt, omdat hij geen schoonmaakmiddelen verkoopt. De rechter gaat daar niet in mee. Bij een controle door de gemeente zijn namelijk toiletartikelen, shampoos, scheermesjes, maandverband, tandpasta en deodorant aangetroffen. Ook deze producten vallen onder huishoudelijke artikelen. Omdat de eigenaar niet kon aantonen dat deze producten al voor 2012, het jaar dat het verbod inging, in zijn winkel werden verkocht is het overgangsrecht hier niet van toepassing.
 
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5384

Terechte boete voor schenden Wet minimumloon bij animatiewerk

10 november - De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een boete van € 161.000,- kunnen opleggen aan een payrollbedrijf voor animatiewerkers op campings. Dat heeft de rechtbank bepaald. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de animatiewerkers doorgaans meer uren werkten dan de contractueel overeengekomen uren. De werknemers, veelal jong en zonder werkervaring, werden niet in de gelegenheid gesteld om het aantal uren op hun werkbriefjes aan te passen. Het bedrijf heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt wat het daadwerkelijk aantal gewerkte uren van de animatiewerkers is. Het bedrijf handelde hiermee in strijd met de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Het payrollbedrijf heeft nog verzocht om de boete te matigen omdat animatiewerkers niet aangaven meer uren gewerkt te hebben. De rechtbank gaat daar niet in mee en stelt dat het bedrijf er niet alles aan heeft gedaan om overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag te voorkomen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5465

Kanton - Pandeigenaar moet vochtproblemen in kelder verhelpen

De eigenaar van een pand in Amsterdam moet de vochtproblemen in de kelder zodanig (laten) aanpakken dat deze door de huurder weer in gebruik kan worden genomen ten behoeve van zijn elektronicawinkel. Tot die tijd krijgt de huurder bovendien een huurkorting van 22 procent. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Hoewel de eigenaar vóór en tijdens de procedure diverse pogingen heeft gedaan om de vochtproblemen te verhelpen, is hij daar onvoldoende in geslaagd. Volgens de eigenaar was de kelder in september 2019 al waterdicht en kurkdroog, maar uit een offerte van een vochtweringsbedrijf uit januari 2020 en in opdracht van de huurder verricht onderzoek bleek iets anders. Daaruit volgde dat op verschillende plekken in de kelder door scheuren nog vocht binnendrong. Ook nadien uitgevoerde herstelwerkzaamheden hebben dat niet geheel verholpen. Dat de huurder de vochtproblemen zelf zou veroorzaken doordat hij de kelderramen heeft laten dichtmaken, verwerpt de kantonrechter. De huurder mocht dat doen nadat er was ingebroken.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5424

Kanton - Genoeg bewijs gezamenlijke huishouden: vriendin medehuurster

9 november - Een vrouw is medebewoner van een sociale huurwoning in Amsterdam. Zij stelt dat zij een gemeenschappelijke huishouding heeft met de huurder van die woning met wie zij een liefdesrelatie heeft. Zij hebben voldoende gegevens verstrekt waaruit hun relatie en gemeenschappelijke huishouding blijken. Zij mag daarom medehuurder van de woning worden. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Zo diende de vrouw onder meer bewijzen van gemeenschappelijke vakanties,  bankafschriften en een werkgeversverklaring en haar meest recente loonstroken in. Bovendien beantwoordden beide huurders vragen van de kantonrechter en de verhuurder overtuigend. De verhuurder bracht niets in waaruit blijkt dat de huurders geen liefdesrelatie zouden hebben. Tot slot blijkt uit de financiële stukken dat de vrouw ook voldoende inkomen heeft om de huur van de woning zo nodig alleen te betalen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5411

Civiel - ING mocht rekening sluiten wegens rol bij WhatsApp-fraude

9 november - ING heeft de bankrelatie met een van haar klanten beëindigd, ook heeft zij de naam van deze klant opgenomen in het zogenoemde Incidentenregister. De reden is dat ING vermoedde dat deze klant haar rekening heeft laten gebruiken voor WhatsApp-fraude. De voorzieningenrechter oordeelt dat ING die beslissing niet terug hoeft te draaien, omdat ING voldoende bewijs heeft voor de betrokkenheid van de klant bij deze fraude. Zo zijn er van het ten onrechte verkregen geld bedragen naar haar spaarrekening overgeboekt. Ook heeft zij op de dag van de fraude 24 keer ingelogd op de ING-App terwijl zij gewoonlijk slechts een tot twee maal per dag inlogde. De klant had hiervoor geen verklaring.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5422

Civiel - Regels niet gevolgd: deel creditcardschuld kwijtgescholden

11 november - Een vrouw met een creditcardschuld van ruim 32.000 euro hoeft daarvan maar 21.000 euro af te lossen. Volgens de creditcardmaatschappij maakte het niet uit of zij zich aan regels had gehouden die gelden bij kredietovereenkomsten, omdat zij alleen het bedrag terugeiste dat de vrouw had uitgegeven. De maatschappij maakte geen aanspraak op boetes die zij bij te late betaling kon opleggen. Daar gaat de rechter niet in mee. Er was en blijft sprake van een kredietovereenkomst, en de kredietverstrekker moet alle daaraan gekoppelde regels naleven. Omdat de creditcardmaatschappij nooit een bestedingslimiet heeft vastgesteld, en de schuld niet zo hoog zou zijn opgelopen als zij dat wel had gedaan, wijst de rechter het bedrag maar tot 21.000 euro toe.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:5428

Uitspraken